Naam herkomst:
van het Latijnse woord “caro” – vlees (rode kleur)
Carneool behoort tot de Chalcedoon/Agaat groep
Agaat (Bandagaat, Blauwe Kantagaat, gebeitste/gekleurde Agaat, Iris/Regenboogagaat, Landschapagaat, Mosagaat, ogenagaat, Vestingagaat, Vuuragaat)
Bloedsteen/ Heliotroop/Plasma, Carneool/Corneool, Chrysopraas/Prasem, Jaspis, Onyx, Sarder, Sardonyx
Geschiedenis en legende
Carneool werd al voor het begin van onze tijdsrekening gebruikt voor de vervaardiging van zegelstenen en sieraden. Veel moslims bewonderen de steen, omdat de profeet Mohammed een ring met een Carneool zou hebben gedragen.
Kleur
Carneool is doorschijnend, roodachtig oranje variëteit uit de chalcedoon-groep en wordt ook wel kornalijn genoemd. Ooit werd aangenomen dat het bloedingen zou stelpen en driftbuien zou kalmeren. De verschillende tinten rood zijn een gevolg van aanwezigheid van ijzeroxide.