![]() |
Naam herkomst:
De naam Pyroop is afkomstig van het Griekse Pyropos, vurig.
Granaat wordt ook wel de steen van de liefde genoemd.
Granaat is onderverdeeld in Pyralspietreeks en Urgandietreeks
Pyralspietreeks: Pyroop, Rhodoliet, Almandien, Malai (Pyroop en Spessartienmengsel) , Spessartien (Mandarijngranaat, Granaat met kleurverandering-Almandien, Pyroop en spessartienmengsel)
Urganidietreeks: Uvaroviet, Grossulaar (Hessoniet, Groene Grossulaar, Rosoliet, Transvaljade, Tsavoriet), Mali (Grossulaar en Andradietmengsel), Andradiet (Dermantoiet, Melaniet, Topaszoliet.
Kleur:
Pyroop: is bloedrood van kleur. Almandien: de stenen variërende in kleur van donkerrood tot violetrood en zelfs zwart. Rhodoliet heeft een prachtige violet-rode kleur. Spessartien: heeft een rijke oranje-rode kleur en insluitsels die lijken op veren of kant. Mandarijnspessartien: schitterende heldereoranje kleur, Hydrogrosslulaargranaat: kenmerkt zich in een kruisbesgroene kleur., Grossulaargranaat (hessoniet): is oranjebruin tot bruingeel van kleur. In Afrika wordt deze steen ook wel ‘kaneelsteen’ genoemd. Grossulaargranaat (tsavoeriet): is een linde tot smaragdgroene variant van de grosslulaargranaat. Grossulaargranaat (Mal): de kleur variërend van goudbruin en abrikoosgeel tot perzikroze en soms groen. Demantoiet: is een heldere groene variant van de Andradietgroep. Hij is heel zeldzaam en slechts weinige stenen zijn groter dan 1 karaat. Granaat met kleurverandering: deze granaat kan bij daglicht groenblauw lijken en bij kunstlicht magentarood. Andere veranderen van paars-rood in geelrood.
Geschiedenis:
Sinds de oudheid geliefd. Dit wordt aangetoond door vondsten bij de Scythen (uit de 6de tot de 4de eeuw v. Chr.) Plinius noemde granaten samen met andere rode stenen ‘karbonkelstenen”. Van de gehele granaat groep was Pyroop het meest geliefd. Pyroop werd in de 16 de eeuw in Bohemen veel bewerkt (men droeg hem om de hals tegen het boze oog)