De naam is afkomstig van Oudgrieks ἀμέθυστος (amethustos). Amethist was reeds bekend bij de Egyptenaren, Etrusken en Romeinen
In het oude China werden uit Amethist al kleine zegelstenen geslepen. In de middeleeuwen werd Amethist ook in Europa zeer gewaardeerd. Het werd toen veelal gevonden in Duitsland. De steen werd de bisschops steen genoemd omdat het vroeger een geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en de steen zou magische krachten bezitten.
Het was het symbool van de verliefden, de steen van matigheid, beschermer tegen tovenarij en hekserij. Bij Jacob van Maerlant is de verklaring te vinden dat de steen dronkenschap verdrijft. Men heeft wel aangenomen dat de Griekse naam "tegen de roes" zou betekenen: van wijn die gedronken wordt uit een beker vervaardigd uit amethist zou men niet dronken kunnen worden.
Vindplaatsen
Amethist wordt over de hele wereld gevonden. Marokko, Brazilië, Afganistan en Afrika. Momenteel komt de beste kwaliteit uit Brazilië en Rusland.
kleuren
Amethist is onderdeel van de kwarts groep. Wanneer het paars is wordt het Amethist genoemd. Bij andere kleuren zijn de namen als volgt:
Roze = Rozenkwarts
Bruin = Rookkwarts
Geel = Citrien
Melk wit = Girosol
Paars geel = Ametrien
Groen = Prasioliet
kwaliteit
Amethist wordt in overvloed gevonden. Ruw Amethist wat slijpbaar is wordt veel aangeboden. Hierdoor blijft het een betaalbare edelsteen en waardoor het veel te zien is in sieraden. Wel blijft de schone breukloze variant vrij prijzig.
slijpvormen
Amethist wordt zowel als facet als cabochon geslepen. Door een grote overvloed aan ruw materiaal is het zeer geliefd bij slijpers. Carvers weten van Amethist prachtige beelden te maken. Tevens is Amethist zeer geliefd voor kralen